Een mythe onder de loep: een cultuur kan men niet vasthouden in een bedrijf, wanneer er teveel externen werken. Mijn inziens is dat onzin. Ik heb aan mensen gevraagd of ze bewijs voor mijn ongelijk hebben. Helaas heb ik niets vernomen of gevonden wat mijn (on)gelijk kan staven. Dus, vandaar een oproep.
Voor wie iemand werkt, is niet bepalend voor bedrijfscultuur. Ik sprak al eerder in een blog over de onzinnige relatie die sommige partijen met uitzendkrachten onderhouden. Natuurlijk hebben die een andere arbeidsrelatie waarbij ontbinding gemakkelijk is. Toch hebben ook zij recht op meedelen in de bedrijfsuitjes enzovoort. Cultuur op de mensen overbrengen, gaat wat mij betreft namelijk over leiderschap. Daarnaast over de manier waarop deze leider omgaat met verandering en flexibiliteit.
Zo ken ik een bedrijf waar ze op cruciale plekken geen externe krachten inzetten. Een bewuste keus. Dat noemen ze daar strategische HR. Goede vondst, waarschijnlijk hebben ze een hele dure maar hele goede consultant ingehuurd. Maar zonder dollen, als een organisatie weet welke competenties, welke vaardigheden cruciaal zijn en weet waar de regiefunctie over het proces zich echt bevindt, dan is flexibiliseren in hoge mate niet zo lastig.
Een praktijkvoorbeeld. Een jaar of wat geleden werkte ik bij Nationale Nederlanden. Daar was een afdeling genaamd ‘leven particulieren’. Deze afdeling, geleid door in mijn ogen een van de beste operationele leiders in de verzekeringsbusiness, experimenteerde volop met zaken zoals prijs per stuk, opgeleide krachten op afroepbasis (een soort flexibele schil met kennis). Er was veel aandacht voor aanspreken; vooral met performancemanagement. Deze afdeling stuurde heel hard op productie, productiviteit, ouderdom, doorlooptijd en dergelijke. Men maakte daar geen verschil tussen de internen en de externen. Toen de grote baas aankondigde dat het behalen van een bepaalde target een groot feest voor de medewerkers tot gevolg zou hebben, was hij slim genoeg om te bedenken dat zijn externe krachten mee moesten naar “Het witte Paard” (of zoiets).
Target gehaald. Iedereen mee, intern én extern. Er heerste en fantastische sfeer: ‘WIJ hebben het gehaald met zijn allen’. Die avond geen woord gehoord over de wel of niet terechte aanwezigheid van de externen. Samen ervoor gaan, samen succes! Voor mij was dit een voorbeeld van leiderschap ‘avant la lettre’. Mensen zijn gelijk. De performance is wat telt.
Helaas komt ik deze wijze van denken heel weinig tegen. De meeste managers zijn niet heel erg betrokken bij hun mensen. Ze beheren de winkel, passen erop en zien mensen als productiemiddel. Technisch gezien is dat misschien wel juist. Toch het blijven wel mensen. Dus investeer in mensen, ook in de externe, en ze worden een cultuurdrager. Stel duidelijke regels vast, beloon op basis van performance en haal de mystiek eruit.
Geef een reactie