Ogenschijnlijk komt er lucht in de markt voor tijdelijke arbeid. Maar dit roep ik natuurlijk nog voorzichtig. De cijfers van de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) zijn in ieder geval hoopgevend. Tevens als je de aanvragen bij brokers (partijen die freelancers bemiddelen) ziet lijkt er groei te zijn. Maar waar zit die groei? Wat moeten deze mensen kunnen? Juist, iets met hun hersenen OF iets met hun handen maar ondanks alles, ze moeten echt wat kunnen. Ondanks een aantal sectoren enigszins achter blijft, is het geen kommer en kwel over de hele breedte. Zoals we een jaartje geleden zagen. Echter zitten er wel wat zwarte randjes rondom deze zilveren wolk.
Recentelijk bekeek ik eens het soort opleidingen die men in dit land volgt. Media en Entertainment bijvoorbeeld, heel populair. Hoeveel mensen storten zich niet op een opleiding die vakinhoudelijk slechts voor een enkeling een plekje in de toekomst biedt? Ik vind dat zorgelijk. Van de Nederlandse scholieren zit 70% op het VMBO. Universiteiten en HBO instellingen hebben een afstudeerquotum. Het moet niet gekker worden! Ik ben geen oude man met mijn 41 maar ik snap wel dat wat we nu hebben niet werkt….
De kracht van de Nederlandse werknemers is enerzijds kennis, aan de andere kant flexibel meedenken. Dus niet alleen orders opvolgen, zoals in andere culturen soms het geval is. We zijn hier gefocust op het samen behalen van resultaat, kansen zien, kansen pakken. En we zijn mensgericht.
Overigens, laten we wel even heel duidelijk zijn over ons verleden. In de tijd van de VOC was het als volgt. Keihard werken, lage lonen, slavernij en geen welvaartsstaat. Voor zij die anders waren dan de meerderheid restten er slechts de keus tussen aanpassen of kansen zien en aangrijpen. Verscheidenheid werd geduld achter de voordeur. Iedereen was vrij om te doen en te denken wat iemand wenste. Anderen ermee lastig vallen was geen optie. Eigenlijk was iedereen toen min of meer ZZP’er; een ieder was verantwoordelijk voor het eigen doen en laten en verantwoordelijk voor de eigen inkomsten.
Wat me gelijk brengt op de tragiek van de hedendaagse maatschappij. Aan de ene kant zijn we aan het falen met betrekking tot integratie. Aan de andere kant hebben we de terreur van de middelmaat. De aandacht is gevestigd op middelmatige opleidingen want iedereen moet mee kunnen. Kwaliteit is geen ‘leitmotif’. Winnaars worden, met uitzonderingen in de sport, niet omarmd. Zorgelijk. Maar niet alles kan tegelijk.
Ik vind het integratiedebat niet zo spannend. En niet omdat ik het probleem niet zie! De oplossing koppel ik aan een ander probleem. Onderwijs. Als Nederland wil winnen op de wereldschaal, moeten we onze kernkracht vanuit onze cultuur gebruiken in combinatie met excellent opleiden. Dat wil zeggen, dat morgen de prestatienorm uit het onderwijs verdwijnt.
Wat telt, is het halen van de norm op basis van kennis en competenties voor afstudeerders. Kinderen die overgaan van klas naar klas omdat dat hoort lijkt me een slechte zaak. Daarom liever vanaf morgen nog elk jaar voor elke klas op elk niveau een (eind)examen. Eentje dat neutraal is en neutraal wordt nagekeken. Heeft dit niet de voorkeur boven nu geldende focus op ‘iedereen moet meedoen’?!
Geef een reactie