In de hedendaagse arbeidsmarkt valt het af en toe niet mee om aan het werk te gaan. De afgelopen jaren is de markt aanzienlijk veranderd; er is vooral een verschuiving van werkgelegenheid in diverse branches waar te nemen. Dat maakt het moeilijk voor de huidige arbeidsbevolking, ongeacht man of vrouw. Banen zijn er op zich wel, alleen niet de vind men niet juiste vaardigheden om vacatures op te vangen. Hoewel dat deels in mobiliteit en flexibiliteit van mensen ligt, kunnen vrouwen hier een grote rol in spelen. Weg met het traditionele kostwinnersmodel. Vrouwelijk talent wordt op de arbeidsmarkt veel te weinig benut! Politieke beslissingen hebben deze arbeidsgroep ook niet gestimuleerd om daarin zelf het voortouw in te nemen. Emancipatie, voor mij klinkt het zo passé. Blijkbaar loopt onze Nederlandse maatschappij toch een beetje achter.
Ook in deze economisch moeilijke tijden zijn er voldoende kansen op werk. Op jaarbasis worden in Nederland nog ruim zevenhonderdduizend vacatures vervuld. Dat zijn er bijna tweeduizend per dag. Marjolein Ten Hoonte directeur, Arbeidsmarkt van Randstad Nederland, roept in dit artikel op nu.nl werkzoekenden op vooral flexibel te zijn. Niet jagen op een vaste baan, dat is zinloos. Daarnaast moeten werkzoekenden echt bereidwilliger staan tegenover reizen. Een prima advies, waaraan ik wil toevoegen dat er meer aandacht moet zijn voor omscholen. Bedrijven moeten op dit gebied in hun werknemers investeren, maar werklozen in een teruglopende branche zoals de bouw of het onderwijs moeten echt hetzelfde overwegen. Investeer in jezelf!
Arbeidskansen voor vrouwen
Maar de grootste kansen voor de arbeidsmarkt zie ik momenteel in vrouwelijke werknemers. Vrouwen doen het goed op school. Echter, worden onderwijsprestaties en -niveau van vrouwen niet vertaald naar beroepskeuzes. Met de nieuwe Emancipatienota staat het pleidooi voor werkende vrouwen weer hoog op de agenda. Hopelijk tijdig genoeg om de moeizaam veranderende opvattingen over rolverdeling te bewegen tot vruchten voor de arbeidsmarkt, voordat de vergrijzing ons met rappe schreden voorbij stormt. Het kostwinnersmodel, voortkomend uit onze verre historie waarin de positie van mannen op de arbeidsmarkt werd beschermd, al dan niet met behulp van politieke besluiten, hield de traditionele rolverdeling tot eind jaren zeventig in stand. De tekorten op de arbeidsmarkt werden in tegenstelling tot andere landen Nederland opgelost door ‘gastarbeiders’ uit het buitenland, niet door vrouwen te motiveren te gaan werken. Door diepgewortelde opvattingen komt Nederland veel moeizamer tot verandering op het gebied van arbeid en zorg.
Te veel vrouwen teren op de zak van hun man, vindt Jet Bussemaker, minister van onderwijs, cultuur en wetenschap. Dit laaide een hoop discussie op. Als we het hebben over economisch afhankelijk zijn, spreken we wel over bijna de helft van de Nederlandse vrouwen. Ook Eurocommissaris Viviane Reding kaartte dergelijke problematiek aan. Dit jaar probeerde Europese wetgeving een maatregel te blokkeren waarin het grote beursgenoteerde bedrijven wordt verplicht om minstens 40 procent vrouwen in het bestuur op te nemen. Tevergeefs overigens, maar waarom doet de Nederlandse politiek dit? Waar zijn we bang voor? Ik ga geen preek geven over de gevolgen van scheiding of werkloosheid van de man, net zo min over de impact op het pensioen van vrouwen. Dat er harde waarheden inzitten, laat ik hier even achterwege. Wel zie ik een hele grote groep met opleiding en vaardigheden die we succesvol kunnen inzetten op onze arbeidsmarkt. Opleiding waaraan de overheid ondanks het leenstelsel zo’n 6000 euro per jaar in investeert vanuit belastinggelden. Alle partijen profiteren daarvan; de vrouwen dragen zo bij aan financiële zekerheid ofwel onafhankelijkheid, de arbeidsmarkt heeft een antwoord op problemen als vergrijzing en gebrek aan specifieke kennis. Echter, wordt de opleiding niet benut op de arbeidsmarkt, mag er wat mij betreft terugbetaling plaatsvinden. Of dat nu in de vorm van belasting is of op een andere manier.
Keuzes en verantwoordelijkheid nemen
Natuurlijk moeten vrouwen en gezinnen uiteindelijk zelf de keuze kunnen maken. Echter, vraagt dit ook om andere benadering. Besluit je niet of parttime te gaan werken, sta dan ook in voor de gevolgen als het misgaat en verwacht niet volledig opgevangen te worden door publieke gelden. Nog belangrijker, wil je wel aan de slag? Laat de overheid dan ook zorgen dat alle instrumenten ter beschikking staan om je kinderen goed op te vangen. Geef mannen een evenredig aantal weken ‘zwangerschapsverlof’, in te zetten vanaf 8 weken na de bevalling. Zo kunnen ook zij een rol spelen de veeleisende zorg van een baby. Ik ben voorstander van gratis kinderopvang, desnoods met een inkomensplafond. Een andere optie is vanaf bepaalde inkomens de kinderbijslag inleveren. Kinderopvang zie ik als een instrument om bij te dragen aan de maatschappij. Met alle respect, geld uitkeren omdat mensen kinderen op de wereld te zetten? Dat is een keus waarvoor men best zelf 100% financiële verantwoording mag dragen. Vervolgens zou kinderopvang vanaf twee jaar al moeten overgaan in school. Het is immers onderzocht dat kinderen in hun eerste jaren het meest flexibel zijn en kennis opzuigen als sponsen, al hebben we dat als volwassenen vaak niet door. Ik zeg niet dat we ze al wiskundige formules moeten gaan leren, maar spelenderwijs kunnen we ze al een heleboel bijbrengen.
Emancipatie blijft dus blijkbaar relevant, met name op het gebied van arbeid en zorg. De overheid moet haar taak erkennen om obstakels uit de weg te ruimen in de huidige regelgeving en de traditionele rolverdeling moet nu echt eens van de kaart, zodat ieder – man of vrouw – zijn of haar talenten kan gebruiken. Zorg dat diegene die willen werken ook kunnen werken!
Geef een reactie