Prinsjesdag komt eraan. Zet de overheid de bizarre afschaffing van ondernemersaftrek door of niet? Zzp’ers zijn misschien wel de meest besproken groep op de arbeidsmarkt. Het ontbreekt de maatschappij nog steeds aan erkenning van risico’s, die deze ondernemers net zo goed dragen als iedere andere zelfstandige. Hoe komt dat toch? Waarom schijnt er toch zoveel slecht daglicht op deze vorm van ondernemerschap. De politiek doet daar lekker een schepje bovenop; in plaats van het stimuleren van ondernemerschap, lijkt het erop dat het zzp-schap weer benadeeld gaat worden. Elke ondernemer verdient een vliegende start, staat er dan op een landingspagina van de belastingdienst…
ZZP
De (krediet)waardigheid van bemiddelingsbureaus
Veel zzp’ers moeten het hebben van mond-tot-mondreclame. Toch zijn er ook veel die via brokers werken. In Nederland verkreeg 57,8% van de freelancers en zzp’ers de afgelopen jaren opdrachten via een bemiddelingsbureau. Het aantal zzp’ers dat bemiddeling als toegevoegde waarde ziet voor zijn onderneming komt uit op 46,4%. Dit onderzoek wijst tevens uit dat een derde van de zzp’ers (31,3%) zelfs afhankelijk is van dergelijke bureaus. Deze cijfers vormen een behoorlijke marktmacht voor de tussenpartij, die soms heel veel waarde toevoegt, echter soms alleen maar risico met zich meebrengt. Wat is de toegevoegde waarde? Niet het velen malen twitteren van de vacature middels diverse accounts om vervolgens de marges te kunnen opstrijken. Echter is dat helaas wel het trucje waardoor veel bureaus hun geld verdienen, zonder ook maar enige inhoudelijke kennis te hebben van de benodigde capaciteit.
De toegevoegde waarde van bemiddelingsbureaus
Volgens het onderzoek van ZZP Barometer zijn brokers, bemiddelingsbureau, interim bureaus, intermediairs – noem ze hoe je ze wil noemen – een toegevoegde waarde op de volgende punten:
1. Acquisitie (toegang tot grote/specifieke opdrachtgevers, opdrachten en netwerk)
2. Financiën (snelle betaling factuur, gegarandeerde betaling, buffer)
3. Verplichting (raamovereenkomst, ‘preferred suppliers’, voorkeur opdrachtgever)
4. Administratie (administratieve hulp, afhandelen contracten, payrolling)
5. Uitstraling (kwaliteit, (markt)kennis, goede naam, vertrouwd bij opdrachtgevers)
6. Focus (geen rompslomp, acquisitie, alleen bezig met sterkste punt(en), tijdwinst)
Bij punt twee lees ik dan ‘snelle betaling’. Bij een goede broker wel, maar in de hedendaagse economie betaalt men niet allemaal zo snel. Hoe weet je nu als kleine ondernemer of je op je broker kunt vertrouwen? Er wordt nogal eens naar opdrachtgevers gewezen, maar vaak is het de tussenpartij waar het geld blijft zweven. Ten behoeve van hun dossier moet je een hele rompslomp aan gegevens aanleveren, waaronder je VAR zodat je wel even aantoont wettelijk verantwoordelijkheid te nemen voor de loonbelasting. Hoe zit het eigenlijk met hun plicht om kredietwaardigheid aan te tonen? Of is die controle een taak van de opdrachtgever? Op z’n minst zou je toch antwoord moeten krijgen als je er zelf naar vraagt omdat je niet betaald krijgt.
Als kleine ondernemer word ik ten behoeve van een opdracht regelmatig onder contract bij een zogenaamde broker gesteld, zoals punt drie van het onderzoek ook al aangeeft. Krijg ik eerst een contract met clausules waar de honden geen brood van lusten, vervolgens moet ik een hoop moeite doen om betaald te krijgen. Redelijk onbeschoft, want zij verdienen aan het feit dat ik kwaliteit lever. Kennelijk gokken brokers net als PostNL erop dat de marktmacht leidend is.
Credit rating van een bemiddelingsbureau
Ik begrijp best dat in moeilijke tijden er soms gewacht moet worden op cash flows. Credit gelden liggen vaak niet meer te wachten. Toch wil ik dan wel graag weten dat het geld er wel komt. Welnu, er zijn twee partijen die op mijn verzoeken van de afgelopen weken hebben gereageerd en hun credit rating hebben durven laten zien. De rest reageert niet. Bang voor openheid? Daadwerkelijk malaise te verbergen? Je doet de opdracht, maar kunt wellicht heel lang op je geld moeten wachten. Ondertussen gaan de rekeningen gewoon door. In het ergste geval eindig je met niets. Bij faillissement ben je als zzp’er geen preferente schuldeiser, wat vaak betekent achteraan de rij van een ellendig lange waslijst met mensen. Dan kun je vaak wel naar je geld fluiten. Dit zijn nogal risico’s die de zzp’er draagt, zeker in tijden waar faillissementen met regelmaat voorkomen.
Ik geloof wel dat brokers, die echt mensen zoeken op basis van kennis en echt hun best doen om netjes uit te betalen, grote toegevoegde waarde hebben. Immers voor kleine ondernemers en zzp’ers is het soms lastig je tussen het geweld van vraag en aanbod te werpen en er dan ook nog eens uit te springen. Punt één staat niet voor niets op één. Stel, je bent heel goed in wat je doet, maar je kunt jezelf niet zo goed verkopen, ook dan kan een bureau heel veel toegevoegde waarde voor je hebben. Het zou wel fijn zijn als je het bemiddelingsbureau vooraf kunt checken op kredietwaardigheid. De opdracht hoeft er niet aan ten onder te gaan, immers leuren genoeg bureaus met één en dezelfde vacature…
Nederlandse grootverdieners onder de loep
Recent publiceerde Monsterboard een index met de loonkosten voor Nederland in vergelijking met andere landen. Om tegelijkertijd de koopkracht te meten werd gebruik gemaakt van de Big Mac Index, een methode van opinieblad The Economist. Ja, u leest het goed; als vergelijking wordt er gekeken hoeveel Big Macs iemand van zijn uurloon kan kopen in eigen land. Wat blijkt? We zijn de grootverdieners van deze wereld. We zijn wel productiever dan andere landen, maar levert de prijs-kwaliteitverhouding wel succes op?
Goedkoop is duurkoop, maar te duur inkopen kan blijkbaar ook, dat bewijzen bedrijven elke dag weer. In de consulting en inzet van tijdelijke arbeidscapaciteit zijn er bedrijven die het voor minder doen, de ‘Yachts’ onder de inleners, en die het voor veel meer doen, de ‘Accentures’. Vaak is daar een zeer plausibele verklaring voor, namelijk de kwaliteit in combinatie met productiviteit. Over de waarde van het verschil kun je discussiëren, echter is er wel degelijk een verschil op de werkvloer tussen dit soort partijen. Vergelijk Nederland nu bijvoorbeeld met een onderneming zoals Apple. Dan zie je direct dat er toch wat misgaat. Bij echte high performers gaat het om de beste willen zijn, keihard willen werken, zonder zeuren doorgaan als het niet af is, over de lat hoog leggen en meer van dat soort dingen. Meer salariskosten levert de klant dan ook meer op.
Welnu, zijn wij als Nederland een hoog presterende organisatie? Neen. We kunnen geen treinen inkopen en onze snelheidscontroles zijn onbetrouwbaar. We zijn goed in het stellen van kamervragen, maar niet in het dragen van verantwoordelijkheid. We hebben 8% werklozen, toch halen we ook deze zomer weer duizenden krachten uit het buitenland, want uitkeringsgerechtigden hebben recht op vakantie tijdens de traditioneel gestelde zomervakantie. In deze periode gaan nu eenmaal veel Nederlanders op vakantie. Inspelen op het feit dat er dan dus juist wel werk is, kunnen we blijkbaar niet.
Zzp’ers worden ondergewaardeerd in loon
Maar laat ik niet teveel afdwalen. Het gaat om veel meer, het probleem ligt veel breder. Hoe goed zijn onze scholen en universiteiten? Weten we echt toptalent binnen te halen vanuit het buitenland en er doorgewinterde Nederlanders van te maken? Niet echt. Stimuleren we zelfdenkend vermogen, ofwel het ondernemerschap? Ook niet echt. Zijn we goed in het aantrekken van echt toptalent in publieke functies in de overheid? Ik zie gigantische verbetermogelijkheden. Zeuren over het salaris van topmensen, dat kunnen we wel. We zijn kritisch bekeken een calvinistisch, misgunnend volk. Een te groot deel is liever lui dan moe, terwijl we de mensen die ervoor gaan onderwaarderen; de kleine groep ondernemers en zzp’ers die erkennen dat ze zelf de klos zijn als ze niks doen.
Is het dan wel zo fair om de hoofdprijs voor loonarbeiders te vragen? Nederlanders zijn misschien productiever dan andere landen, maar uiteindelijk draait het om de optelsom van prijs, kwaliteit en productiviteit die bepaalt of we hier succes hebben. Eerlijk gezegd, op kwaliteit en prijs gaan we gigantisch onderuit.
Eerder schreef ik een blog over het verlagen van loonkosten, waarin ik vooral het kwalitatief productiever maken van werknemers door middel van faciliteren besprak. Een onderdeel van loonkostenverlaging is wel degelijk simpelweg lagere lonen, maar ook verhogen van de hoogste belastingschijven voor werknemers in loondienst. Deze arbeidskrachten lopen minder risico, dus die mogen best wat inleveren voor deze ‘veiligheid’. Daartegenover staat natuurlijk het beter belonen van ondernemers en zzp’ers voor het verhogen van de kwaliteit van geleverd werk. Deze groepen nemen risico’s, dat verdient een premie.
Een zzp marktplaats is niet voor toppers
Steeds meer zzp’ers begeven zich op marktplaatsen, naarstig op zoek naar een opdracht. Het blijkt dat 23,3 procent van de 1673 aan het onderzoek deelnemende zzp’ers deze wijze van acquisitie gebruikt en daarvan 78,9 procent één of meerdere opdrachten verkreeg. Dat heeft het themarapport ‘Marktplaatsen’ van ZZP Barometer uitgewezen. Prima score. Het zegt alleen nog niets over de inspanning die getroost is. Hoe vaak heeft iemand zich aangeboden en vaak is hij uitgenodigd? Met grote regelmaat wordt de vraag me voorgelegd: wat vind ik van het fenomeen zzp marktplaatsen? Voor een deel van de functies kan het best werken, maar niet voor die specifieke kennis, niet voor een top resource. Daarvoor is een marktplaats niet het juiste kanaal voor een werkgever om aan zijn arbeidskrachten te komen. Waarom niet?
Verkeerd screenen
Het begint al bij de manier van screening. De vaak goedwillende marktmeesters screenen op harde criteria uit het cv, zoals opleidingen en arbeidsverleden. Daarnaast voert prijsdruk de boventoon op een marktplaats. Dit betekent dat men er dus vanuit gaat dat personen intrinsiek vergelijkbaar zijn. Dat is echt onzin. Mensen zijn nauwelijks met elkaar te vergelijken. Zijn harde criteria niet belangrijk? Natuurlijk zijn ze van belang op kennisniveau, maar niet perse voor het succes van de inzet. Bij een succesvolle match behoort een scala aan zachte criteria. Hoe gaat iemand met bepaalde zaken om? Het zit ‘m allemaal in verschil maken met vaardigheden. Wie is nog beschikbaar en waarom? Ik haal het niet uit een cv.
Het totaalplaatje wordt voor meer dan de helft ingevuld door emotionele (EQ), sociale (SQ) en fysieke (FQ) factoren en de rest is harde criteria. Dat is voor een opdrachtgever waardevolle informatie, waarmee de succesbepalende factoren geïdentificeerd kunnen worden. Hoe zit het bij de kandidaat met motivatie, stressbestendigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, anticiperend vermogen, mobiliteit, teamspirit, enzovoorts? Ik durf namelijk de stelling wel aan, dat de meeste goede resources of ‘marktaanbieders’ echt wel aan de bak zijn, ondanks het schrale klimaat. Ergo, via een marktplaats krijgt u hoogstwaarschijnlijk niet de absolute top. Ergo, in de P x Q strijd heeft u prima P en niet de beste Q.
Zzp’er uit een netwerk levert meer op
Hoe zit het met het lerend effect op een marktplaats? Laatst bood ik iemand aan op een functie die in loondienst werkzaam is bij mijn bedrijf, voor een uurtarief van 225 euro. Deze persoon werd afgewezen wegens gebrek aan culturele match. Waardevolle terugkoppeling krijg je op een marktplaats zelden of nooit. Er is dus geen lerend effect en daarom is die inspanning op termijn te duur. Een gebrek aan goede terugkoppeling is voor mij niet maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoe vaak staat er “als u niets hoort dan…”? Een typisch ‘inkopersfeestje’ dus.
Er zijn 500+ zzp marktplaatsen in Nederland, wie volgt ze allemaal? Ik volg er een paar real life en enkele via social media, puur om te zien wat er gebeurt. Een vacature voor een contractmanager bij de NS heb ik op Twitter tig keer voorbij zien komen via minstens vijftien verschillende partijen; dat is pas verspilling. Er zijn genoeg beschikbare zzp’ers, zou je zeggen. Wachten ze op het laagste bod? Gebeurt het echte werven dan toch niet op een marktplaats?
Dan hebben we nog het verschijnsel ‘omdat het moet’. Hoe vaak kom ik het niet tegen dat er al een kandidaat is, maar dat het omwille van compliance binnen een bedrijf toch via de marktplaats moet? Hetl evert wederom overbodig werk op en de daarbij behorende frustraties.
Nee, geef mij maar een goeie recruiter met een netwerk die precies weet wat er op de markt qua aanbod is en die de business ook echt snapt. Daar kopen mijn klanten meer voor dan. Het is namelijk de uiteindelijke inlenende opdrachtgever die het dupe is van inleendesken en marktplaatsen, die hun Managed Service Provider (MSP) en Vendor Management System (VMS) gewoonweg niet op de juiste manier inzetten. Het gaat namelijk niet om de prijs, het gaat om waar krijgen voor je geld.
Opleidingsaanbod sturen verlaagt werkloosheid
Ik weet nog hoe lastig het was om een beroepsopleiding te kiezen. Je eindigt met zo’n shortlist aan opties, waarop je geen ‘iene miene mutte’ los wilt laten. Dan ben je blij als je eindelijk die weloverwogen beslissing hebt gemaakt in samenspraak met je studiebegeleider. Heeft de gemiddelde student inderdaad met de juiste motieven vooruit gekeken? In een veranderende arbeidsmarkt en bedrijfsleven is het essentieel dat er in de opleidingen al wordt gekeken of arbeidsvraag en opleidingsaanbod wel stroken, niet alleen vaktechnisch ook qua niveau. Werkgevers vragen voor bepaalde functies tegenwoordig een hoger niveau. Natuurlijk is het belangrijk dat de opleidingskeuze past bij de interesses, maar toekomstperspectief moet wel de alles beslissende rol spelen. Wat heb je aan een studie als het werkloosheid oplevert?
Vooral MBO scholieren worden geconfronteerd met deze problematiek, des te meer in deze crisistijden. Resultaten uit het onderzoek van FNV Jong laten zien dat veel van deze jongeren nog altijd zwichten voor de populaire studies, ondanks de slechte prognoses in de arbeidsmarkt. Om een beeld te schetsen, hieronder een overzicht van de populairste opleidingen die onlangs werd gepubliceerd :
Opleiding |
Kans op werk |
|
Goed Gering Gering Matig Gering Goed Matig Ruim voldoende Gering Matig |
Wanneer ik matig en gering in het rood zet, ziet het overzicht er behoorlijk alarmerend uit. Waar ligt dat dan aan? Slechte studiekeuzebegeleiding? Hebben ouders te weinig zicht op de marktontwikkelingen? Beide, denk ik. Er mag in het aanlooptraject een stuk kritischer gekeken worden naar het individuele opleidingsvraagstuk, zodat ook de studenten zelf kritische vragen gaan stellen tijdens het keuzeproces. Laat ze vooruitkijken naar hun stageplek, hoe eenvoudig wordt het om die te krijgen? Dat zegt genoeg over beschikbaarheid van banen in die richting.
Belet de jeugd voor werkloosheid
Werkloosheid is voor jongeren vervelend, voor de economie net zo. We kunnen natuurlijk de crisis de schuld van alles geven, maar een groot deel wordt simpelweg veroorzaakt door een mismatch. Vraag en aanbod stemmen nauwelijks met elkaar overeen. Van de tien populaire mbo-opleidingen hebben zeven opleidingen uitermate slechte arbeidskansen. Toch schrijven leerlingen zich nog massaal in voor deze opleidingen. Een inschrijfstop vanuit de aanbieders zou logischer zijn, de overheid moet hier betere regels voor opstellen. Bijna 72.000 mbo-leerlingen kozen het afgelopen jaar voor een opleiding waarmee ze minder dan 40 procent kans hebben op een baan.
We moeten dus iets veranderen! Zo wordt bijvoorbeeld voor onderwijsassistent tegenwoordig vaak HBO gevraagd en voor functies in de zorg een minimum van MBO niveau drie. Is een studie van een lager niveau aanbieden dan wel zo handig? Het bedrijfsleven en opleidingen moeten beter op elkaar aansluiten, dus samen sparren over de behoeften in de markt. Misschien moet het hele studierichtingenstelsel wel van meet af aan ingericht worden. Ontwerp een flexibeler stelsel op basis van de ontwikkelingen in de werkgelegenheid. Hierbij hoort aansluitend dat studiekeuzetesten aangepast moeten worden, zodat het mee kan fluctueren met de arbeidsmarkt. Ook de verwachtingen ten opzichte van schaarste en de veranderende criteria van werkgevers worden dan enigszins gemanaged, wel zo eerlijk tegenover de leerlingen. Laat arbeidsrelevantie een leidende rol spelen in het samenstellen van het aanbod van opleidingen en geven van studieadviezen.
Meer praktijk voor MBO-leerlingen
Een flexibel aanbod van opleidingen gerelateerd aan de arbeidskansen biedt veel meer perspectief voor zowel werkgevers als toekomstige werknemers. We moeten het MBO aanbod koppelen het met een leerlingwezenstelsel. Dat betekent minimaal 60% van de opleiding meewerken. Meer bezig zijn in
de praktijk, minder kennis via theoretische methoden vergaren. Zo leren jongeren al vroeg te antiperen op praktijksituaties en bestendig te zijn aan de constante factor ‘verandering’. Met een stapel boeken alleen lukt dat niet. Laat opleidingen starten met schooljaren waarin meewerkstages worden gepland, om vervolgens door te stromen naar leerwerkovereenkomsten. Hierdoor duren opleidingen langer, maar treden leerlingen wel met de nodige rugzak de arbeidsmarkt binnen. Dit geeft een vloeiender verloop van de vergrijzing. Oud leert jong. De oudere generatie kan het werk langzaam afbouwen en gaat met pensioen zonder in grote mate schaarste te veroorzaken. De jongeren kunnen het werk in fases gaan overnemen en hebben daardoor meer kans op werk.
Flexibele inzetbaarheid van personeel bestaat al, doordat veel leraren en leermeesters als zzp’er werken. Zo creëren we bij leerlingen ook hele andere loopbaanverwachtingen. Ze leren omgaan met het tijdelijke karakter van werk. Dit past beter binnen de huidige maatschappij, waarin vaste contracten eerder uitzondering dan regel zijn!
Follow & contact