De les van de huidige kredietcrisis: flexibiliteit in zijn puurste vorm, de mogelijkheid om adequaat en snel te kunnen reageren op externe prikkels, is voor organisaties van levensbelang. Het is mijn overtuiging, dat organisaties zich steeds verder terugtrekken op het eigen domein. En dat het steeds sneller kunnen opschakelen van productiecapaciteit een kwestie van overleven is. Wie weet immers wat de volgende hype zal zijn? Waar de volgende productieboost zal opkomen? Als u het weet, mag u het zeggen.
Nu is het kunnen op- en afschakelen van productiecapaciteit geen nieuw verschijnsel. Veel bedrijven met een industrieel karakter deden dit vaak al jaren. En ook voor ‘call centers’ bijvoorbeeld is planning essentieel. Dienstverleners daarentegen staan aan de vooravond van het ontdekken van aspecten als capaciteitsplanning en werkstroom (workflow). En er zijn nog veel meer gebieden, waarbij ze in het verleden nooit nadachten over capaciteitsmodellen. Arbeid wordt bij dienstverleners (inclusief overheden) anders. Maar hoe gaat het dan met de inzet van de capaciteit?
Om een antwoord te kunnen geven op die vraag, moeten we eerst dieper duiken in de betekenis van flexarbeid. In wezen is flexwerk niets anders dan het vermijden van een risico. Het risico managen van eigen personeel, dat in slechte tijden veel te veel geld kan kosten. Het risico managen van onverwacht werkaanbod door piektijden of ziekteverzuim; van werk dat te veel aandacht vergt en op basis van een resultaat efficiënter en effectiever elders kan worden uitgevoerd. U en ik kunnen samen wellicht nog wel twintig voorbeelden verzinnen, maar dat is hier niet zo relevant.
Flexwerk (in welke vorm dan ook) is het verschuiven van risico, en als afgeleide daarvan het verschuiven van de aandacht.
De manager van de toekomst moet zich steeds meer bezighouden met het managen van risico’s. Risico’s zijn daarbij niet altijd negatief van aard. Stel je namelijk voor dat een nieuw hypotheekproduct binnen twee maanden 400% meer verkocht wordt dan verwacht…
Als manager kun je niet anders dan zorgen voor een grote en verdomd goed functionerende flexibele schil. Deze schil zal bestaan uit tijdelijke contractanten, gebonden oproepkrachten, losse inleen, uitbesteding en poolmanagement. De manager van de toekomst is een manager van resources: hij of zij moet een proces runnen met minimaal risico voor de continuïteit van de onderneming.
Voor leveranciers van tijdelijke arbeid is er dus zeker wel leven na de kredietcrisis. Hun werk zal alleen anders worden. Naast detachering en uitzenden zullen zij ook zichzelf moeten verzekeren van een vaste inkomstenstroom. Het leveren van uitbestedingdiensten, oproepkrachten en dergelijke zijn slechts kleine onderdelen van wat leveranciers moeten oppakken. De toekomstige flexleverancier moet zich steeds meer als ketenregisseur van arbeid gaan opstellen. Al is het maar om het eigen risico van leegloop te kunnen verminderen…
Geef een reactie