De afgelopen tijd wordt er een hoop geroepen over wat te doen met de lonen. Omhoog, omlaag. Werkgeversorganisatie VNO-NCW riep op tot het toepassen van de strategie van loonmatiging. Als we de Rabobank en het Centraal Planbureau (CPB) mogen geloven is de aloude methode van beheerste loonontwikkeling niet de oplossing. In de huidige Europese crisis klimmen we hiermee niet uit de recessie. Gaat loonstijging dat wel doen? Het antwoord is genuanceerder dan bevriezen of stijgen.
We kunnen niet meer alleen voor ons land denken, we draaien op voor de economische malaise van andere landen. Het moet daar beter gaan, anders zit het er voor ons sowieso niet in. Dan moeten we de Zuid-Europese export dus faciliteren.
Beter inspelen op vraag en aanbod
Meer en meer bezuinigen laat wellicht betere cijfers op de Nederlandse balans zien, maar de vraag is of de gevolgen ons niet dieper in de problemen brengen. Hoe zorgen we ervoor dat koopkracht herstelt, onze bestedingen stijgen en Zuid-Europese l hun exportproducten weer kwijt kunnen aan de noorderlingen van Europa? Hoe pakken we de arbeidsmarkt aan in een dergelijk complex samenspel van factoren? Het gaat allereerst om evenwicht tussen de koopkracht van consumenten en koopkracht van bedrijven. Gewenste salarissen versus acceptabele loonkosten, lijnrechter tegenover elkaar dan ooit. Hoe realiseren we dat?
Loonmatiging heeft in het verleden vooral effect gehad op de productiviteit. Het is nooit bewezen dat het extra economische groei met zich mee bracht. Op zich logisch, minder betalen betekent voor arbeidswerving vaak minder bekwame mensen op een positie. Daarnaast worden bedrijven bij lagere loonkosten niet echt aangemoedigd tot investeren en innoveren, tot het opzoeken van nieuwe mogelijkheden om de grens van de kosten-batenverhouding te verleggen.
Hogere uurtarieven, lagere vaste salarissen
Maar ja, vooral in een tijd als deze denken organisaties in kosten. We moeten dus naar een situatie waarin een organisatie de loonkosten alleen betaalt wanneer het spel van vraag en aanbod op de markt om meer productiviteit vraagt, en dus meer omzet brengt.
Hogere lonen voor flexibele krachten is één van de antwoorden. Bedrijven moeten overgaan tot het effectiever inzetten van arbeidskapitaal. Daartegenover is een baan niet meer vanzelfsprekend, dus moet een arbeidskracht zich effectiever inzetten. Doet deze dat, is de beloning er ook naar.
Verlaag de vaste lasten door te korten op de vaste banen en die lonen te matigen. Waar voorheen een vast baan het ideaal was, moeten we naar een maatschappij waar ondernemerschap op individueel niveau het summum is. De vaste kern minimaliseren tot de extreme ondergrens van continuïteit.
Betalen voor WW
Ook zou de overheid het werknemersdeel van de Werkloosheid Wet (WW) weer moeten inlasten. Voor de overige sociale voorzieningen moeten we toch ook betalen? WW is een vangnet waar best premie voor betaald mag worden. Dat zal de staatskas een behoorlijk deel schelen. Dan kunnen ze de bezuinigingen in het onderwijs herzien. Zo wroeten in de essentie van onze arbeidsmarkt zoals nu gebeurt is natuurlijk ridicuul. Eén van de gevreesde gevolgen van het op pijl brengen van de Nederlandse balans, als je het mij vraagt. Laten we de arbeidsmarkt leren hoe ze hun geld op ondernemende wijze kunnen verdienen, dan geven ze het straks weer uit bij de bedrijven die het vervolgens kunnen investeren en besteden bij de zuidelijke landen van Europa. De bal is rond, echter is dit geen spelletje maar grote ernst.
Inspiratie voor deze blog:
- Loonstijging is geen panacee (Financieel Dagblad)
- Loonstop is spelen met vuur ( Financieel Dagblad )
Geef een reactie