Hoe vaker ik bij klanten over de vloer kom, des te vaker het me opvalt. Dan heb ik het over een ogenschijnlijk fors verband tussen de organisatiecultuur en de invloed van deze cultuur op de moraal en de productiviteit van het personeel. Voor mij is productiviteit van medewerkers rechtstreeks afhankelijk van hoe ze zich voelen, de wijze waarop ze behandeld worden en het gedrag van bovenaf. Deze keer in mijn blog maar weer eens een lans breken over de zachte kant, die zo hard is als maar zijn kan.
Ik ben van mening dat de oorzaak van de huidige crisis toch behoorlijk te zoeken is bij de mannen (en af en toe vrouwen) aan de top. Salarissen van honderd keer meer dan de gemiddelde werknemer lijken mij wat veel maar aan de andere kant geldt ook het adagium “pay a peanut, get a monkey”. Ik denk dat de balans daarin dus verstoord is geraakt. Als het je eigen bedrijf is, dat je met bloed zweet en tranen hebt opgebouwd, waarvoor je zelf risico hebt gelopen, dan hoor je me niet zeuren. Maar bestuurders lijken te zijn vergeten dat besturen ook een erebaan is, geen zelfverrijkingmachine. Als de leider geen voorbeeldgedrag vertoont, waarom zou de organisatie dat dan wel doen?
Angst wordt nog teveel gebruikt als mechanisme voor motivatie. Niet de kracht van het positieve, maar juist de druk van het negatieve. ‘Als je dit niet doet, zwaait er wat.’ Zo 1980, maar nog steeds erg in zwang. Echte bevlogen leiders die hun mensen verder helpen? Die snappen dat medewerkers (op z’n best) te gast zijn bij hem of haar op de afdeling? Ik ken er niet veel. Ze zijn er wel, maar vaak met een lampje te zoeken. En als je ze vindt, zijn het managers met een visie, een bevlogenheid. Maar over het algemeen zijn die snel de organisatie uit, want ze zijn te verschillend van de ‘mainstream’.
Erg veel afrekenen zie ik niet in organisaties. Ja, er wordt laag in de organisatie gestuurd op output. Hogerop blijft het echter vaak angstvallig stil. Waar is het echte outputgerichte werken gebleven? En waar bleef het echte waarderen op aandeelhouderswaarde? Koers is geen graadmeter van succes volgens mij, lange termijn stabiele ontwikkeling des te meer. Kansen pakken als onderneming en groeien. Daar zit de aandeelhouderswaarde volgens mij nu in.
Laten we het voor de lol eens hebben over de politiek van silo’s, afdelingen die dingen over de schutting heen gooien. De zogenaamde ‘enterprise first’ gedachte komt weinig voor. Ik kom klanten tegen waar intern aan de collega meer wordt gefactureerd dan de beste commerciële prijs. Waanzin. Absolute waanzin. Het managen van de eigen profit and loss (PNL) voor de PNL van de hele organisatie? Kolder, maar wel eerder regel dan uitzondering.
Tot slot, carrièreplanning. Dat ene woord waar veel HR bazen over praten, maar wat nauwelijks of niet in de praktijk wordt gebracht. De meeste functies die we in de bladen zien of waarop ‘gehunt’ wordt, zijn functies die met een beetje fatsoen zelf in de organisatie aanwezig hadden moeten zijn. Voor de absolute top lijkt het af en toe nog wel te werken, maar de laag eronder? En dááronder? U snapt het al. Een grote leegte.
Maar is er wat aan te doen, vraagt u zich af? Ja, is wat mij betreft het eenvoudige antwoord.
Het begint met een visie op recruitment. Ik denk dat je juist nu moet werven, ook voor functies die nog niet vacant zijn. Het (aan)vullen van je eigen interne kritische talenten lijkt me logisch. Niet alleen recruiten omdat iemand aardig is, maar omdat deze voor de organisatie relevante talenten heeft. Vaardigheden kun je aanleren, talent is er.
Zoek de mensen met passie.
Jat vooral van je collega’s, vrienden en de competitie. Het kopiëren van dingen die werken is niet vies. Je hoeft niet altijd, zeker niet op HR gebied, het wiel uit te vinden. Lees bijvoorbeeld wat over ‘hostmanship’ en haal eruit wat relevant is. Gooi er wat ‘Jack W’ (niet de drank maar de goeroe) overheen tezamen met wat gezond verstand: je hebt je eigen ding.
Tot slot, blijf je altijd richten op je klant. Intern geneuzel mag nooit de overhand krijgen op klantfocus. Een mooi cultuurprogramma is leuk, maar in mijn ervaring gaat het toch vooral om het goed bedienen van klanten. Zij betalen de boterham én het beleg. Zij zijn de bestaansreden van de organisatie.
Basile Lemaire says